Geboren in Batavia, Nederlands-Indië. Antonia Johanna Willemina (Tonke) is een Nederlandse schrijfster van kinderboeken. Haar vader werkte in Nederlands-Indië voor de Nederlandse regering. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten Tonke en haar moeder en zussen in een Jappenkamp. Omdat ze daar niets mocht, begon ze verhalen te verzinnen, die ze vertelde aan vriendinnen en aan haar zusjes. Na de oorlog, in 1948, verhuisde het gezin naar Nederland. Met haar zusjes schreef Tonke Dragt een eigen serie boeken. Na de HBS ging ze naar de Academie voor Beeldende Kunsten, waar ze in 1955 haar akte tekenen A en B haalde. Daarna ging ze lesgeven. Eerst op een lagere school, vervolgens op een middelbare school. Behalve tekenles geven, vertelde ze soms ook in de klas. Zo begon het schrijven. Ze debuteerde in 1958 in het tijdschrift Kris Kras. Door het succes van deze verhalen durfde ze met Miep Diekmann te gaan praten. Deze bracht haar in contact met uitgeverij Leopold. In 1961 verscheen haar eerste boek, Verhalen van de tweelingbroers, een boek over twee broers die zo veel op elkaar lijken dat ze steeds met elkaar verward worden. Hierdoor beleven ze vele avonturen. Een jaar later kwam Dragt met De brief voor de koning, een avonturenverhaal over de aankomend ridder Tiuri. Dit boek, het vervolg Geheimen van het Wilde Woud en de verhalenbundel Het gevaarlijke venster spelen zich af in de fictieve landen Dagonaut en Unauwen. In 2018 werd bekendgemaakt dat Netflix de internationale rechten had aangekocht om een Engelstalige filmserie op basis van het boek De brief voor de koning te produceren. De opnamen werden gemaakt in Nieuw-Zeeland en Praag. Tegenwoordig woont Tonke Dragt in Den Haag, in een huis vol met poppenhuizen en dozen waarin stukken zitten voor collages en ideeën voor boeken die nog moeten worden geschreven.