Peter Handke noemde deze bundel 'Der gewöhnliche Schrecken' want de horror in deze fascinerende verzameling gaat juist uit van het banale, het grauwe alledaagse, het ontzettende dat kan schuilen in de dingen waaraan we volkomen gewend dachten te zijn. Zo vertelt Gerhard Amanshauser het verhaal van een jonge moeder die tot haar ontsteltenis moet ervaren dat zich in haar baby een onverklaarbare macht ontwikkelt. Bij H.C. Artmann gaat de huivering uit van het halfschaduwwezen dat de hoofdfiguur begeleidt. Ernst Jandl sorteert schrikeffecten met typografische middelen. Peter Handke is zelf auteur van een bijdrage waarin, zoals in zijn romans, verhalen en films, het element van de vervreemding overheerst. Bij Thomas Bernhard bevinden we ons in de verschrikkelijke eenzaamheid van het hooggebergte. De Zwitser Peter Bichsel weet met enkele alinea's een absurde spanning te creëren. Op deze bundel wordt het stempel gedrukt door de groep jonge Oostenrijkse auteurs die een vooraanstaande rol in de Duitse literatuur beginnen te spelen: Ernst Jandl, Elfride Jelinek, G.F. Jonke, Friederike Mayrocker, Barbara Frischmuth, H.C. Artmann en Thomas Bernhard. ook zijn de namen vertegenwoordigd van onder meer Gabrielle Wohmann, Peter Chotjewitz en Peter Bichsel, zodat zowel in literair als in horror-opzicht een fascinerend 'tableau de la troupe' te voorschijn kwam. Het boek werd in Duitsland dan ook een doorslaand succes.