Nadat wij in het eerste deel van De onsterfelijke Dante hebben kennisgemaakt met de Altissimo Poeta zelf, evenals met de tijd en het milieu waarin hij leefde, ten slotte met zijn <opera minora>., worden wij in dit tweede deel meegenomen op de wonderbare reis door de hel, vagevuur en hemel, die Dante Alighieri in zijn verbeelding ondernam en die hij meesterlijk beschreef in zijn onsterfelijk werk: de Divina Commedia.

Het is een allergrootste verdienste van Kan. A. De Beer, dat hij ons dit wonderboek, de Divina Commedia, waarover sinds eeuwen denkers en dichters zitten geboren, in spanning en in vervoering wegend de hoge levensbeschouwing, de rake beelden en visioenen en niet het minst ter wille van de haast bovenaarde taalmuziek, dat hij ons dat kristelijk epos zo begrijpelijk heeft weten voor te stellen, Met behulp vam zokm fijnzinnige ontledingen en verklaringen wordt de lezing van de moeilijke Divina Commedia een luist voor de geest en hart, een weldaad voor de ziel, --- een uitvoerige bloemlezing uit het epos wordt ons hier geboden in de geroemde vertaling van Pater C. Kops.

Vlaanderen is Kan A. De Beer blijvende dankbaarheid verschuldigd, omdat hij ons kultureel patrimonium met zijn Onsterfelijke Dante heeft verrijkt., omdat hij duizenden in Vlaanderen op de weg heeft gebracht naar de grootste dichter aller tijden.