De deelnemers aan het Wessex-experiment raken de draad kwijt; sommigen verliezen zelfs hun geestelijke vermogens. De te onderzoeken stelling: 'Bestaat er een innerlijke werkelijkheid van de geest, die geloofwaardiger is dan die uiterlijke zintuigen?' en het daaraan verwante vraagstuk: 'Kan het niet zijn, dat de geest zelf is staat is een zintuiglijke waarneming tot in de kleinste bijzonderheden te scheppen?' zullen de lezer aan het eind van dit intrigerende verhaal met vele vraagtekens laten zitten.