De bewoners van het dorpje Pebbel zijn in rep en roer omdat ze niet weten wie de ruïne van hun kasteel in oude glorie heeft hersteld. Wie heeft dat gedaan?
En het wordt nu in al die glorie bewoond, maar door wie? Een afgezette koning? Een Amerikaanse miljonair? Een filmster? Erg geheimzinnig, vindt tante Jo.
Maar de dametjes van het Pebbelse bejaardenhuis Zon ter Kimme laten het er niet bij zitten.
Ze schrijven gewoon een brief aan de onbekende bewoner en nodigen zichzelf uit op de thee:
"…want we zijn natuurlijk erg benieuwd hoe mooi ons geliefde kasteel is geworden en zouden graag eens komen kijken. Mag dat een keertje?"
Het mag, en het wordt een geweldige theepartij, waarbij de dames smikkelen, smullen en zwelgen in de luxe van de gastvrije bewoner, die wel stinkend rijk moet zijn. Ze zijn er vol van, maar dan gebeurt er iets waardoor de dametjes niet uitgepraat raken over een heel andere kant van de bewoner. Een gruwelijke. En dan ondernemen ze actie…