De Woordbouwer is de dichter, die in Betonstad dreigt te verstikken. Om zijn zoon, Kleine Woord, dit lot te besparen stuurt hij hem de wijde wereld in met een kistje letters, waarvan hij zelf de betekenis moet leren vinden. Op zijn reis ontmoet de jongen de meest fantastische wezens en leert door hem het leven kennen.

Een poëtisch verhaal met een ernstige ondertoon, omdat het en waarschuwing inhoudt voor de 20e-eeuwese mens, die door de koele, technische aspecten van deze samenleving steeds meer van de natuur vervreemdt.